Skip to main content

2 personen

4 schorseneren

Citroensap

Olijfolie

10 eetlepels room

300 g (wilde) paddenstoelen

Parmezaanschilfers

  1. Schil de schorseneren eerst ongewassen boven een stuk krantenpapier. Dit gaat het gemakkelijkst met een dunschiller. Gooi het afval met het krantenpapier weg. Spoel de schorseneren nu onder de kraan en schil ze opnieuw.
  2. Schil drie schorseneren met een dunschiller in platte slierten en leg deze in een kom met water met wat citroensap (om verkleuring te gaan). Schil de laatste schorseneer ook in slierten, maar deze leg je in een droge kom en wentel je in een scheut olijfolie. Kruid met peper en zout. Zet even opzij.
  3. Haal de slierten uit het water en kook ze een 5-tal minuten in een pan met water en zout. Haal ze eruit, laat goed uitlekken en dep droog. Giet er nu de room bij en meng goed. Kruid met peper en zout.
  4. Neem een vuurvaste schotel. Maak in de vuurvaste schotel twee hoopjes van de schorseneer met de room. Doe hetzelfde met de schorseneer in olijfolie. Plaats de schotel 20 minuten in een warme oven van 180 °C. De schorseneren in de olijfolie zullen krokanter bakken en meer kleuren.
  5. Bak intussen de paddenstoelen in een scheut olijfolie en kruid met peper en zout.
  6. Leg eerst een hoopje schorseneer met room op een bord en giet er eventueel nog een beetje room bij. Leg daarop de krokante schorseneer en daarboven de gebakken paddenstoelen. Bestrooi het geheel met parmezaanschilfers.