Skip to main content

4 personen

2 handen winterpostelein

4  kleine romeinse sla                  

1 venkelknol

½ teen knoflook                          

3 ansjovis                                  

200 ml yoghurt                           

zout en peper

Rasp en sap van 1 citroen            

Haloumi kaas 

rustiek ongesneden brood (mag oud zijn)

olijfolie

1 granaatappel

  1. Hak het halve teentje knoflook en de ansjovis samen fijn. Mix dit met de yoghurt en het sap en de rasp van 1 citroen. Breng op smaak met peper. 
  2. Warm de oven voor op 200 graden. Scheur het brood in grove maar hapklare stukken. Meng het brood met een goede scheut olijfolie en wat (zee)zout en bak in 10 minuten in de oven krokant. 
  3. Snijd de kontjes van de romeinse sla en pluk de blaadjes van de krop, laat ze heel. Snijd de venkel door midden (van onder naar boven) en snijd zo dun mogelijke plakjes van de venkel (in dezelfde richting). Snijd de haloumi in plakjes en bak de plakjes in olijfolie tot ze goudbruin zijn. Laat de plakjes even uitlekken op keukenpapier. 
  4. Doe de sla en de winterpostelein, daarna de venkel, daarna de haloumi en het brood in een saladekom en giet de dressing over de salade. Wentel alles om met je handen. Bestrooi met granaatappelpitjes. 
  5. TIP: Om de granaatappelpitjes makkelijk te verwijderen uit de granaatappel, snijd de granaatappel eerst doormidden. Houd je hand op, spreid je vingers en leg 1 helft van de granaatappel met de bollekant naar boven op je gespreide vingers. Klop de pitten uit de granaatappel met een pollepel op de bolle kant (flink rammen met dat ding). De granaatappelpitjes vallen als het goed is door je gespreide vingers naar beneden. Je kunt op deze manier de granaatappel volledig leeg slaan. Vang de pitjes bij voorkeur op in een bak met water, zodat de witte vliesjes die meekomen blijven drijven en de pitten naar de bodem zakken.